Ga naar de inhoud

Iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk

Door Alexandra van Huffelen van Ministerie van Binnenlandse Zaken

Alexandra van Huffelen, staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, opende het congres en praatte ons bij over alle initiatieven en ambities van de Nederlandse overheid op het gebied van digitale inclusie. Zij is uitgeroepen tot IT-politicus van 2023.

Video

Uitgeschreven tekst van de video

Nederland als voorloper van digitale toegankelijkheid

Alexandra is er altijd heel uitgesproken over geweest: iedereen moet kunnen meedoen in het digitale tijdperk. Dit is direct verbonden met inclusie: we moeten zorgen dat ook mensen die een belemmering ervaren het web volledig kunnen gebruiken.

Bij de overheid zijn er verschillende initiatieven waarmee deze ambitie wordt waargemaakt. Denk bijvoorbeeld aan de Toegankelijkheidsverklaring en de activiteiten van DigiToegankelijk.

Alexandra van Huffelen

Alexandra heeft intussen een rijke carrière als politicus en bestuurder bij de overheid. Ze is (nog) staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering in het huidige kabinet Rutte IV. Daarvoor staatssecretaris van Financiën in het kabinet Rutte III, Eerste Kamerlid, algemeen directeur bij het GVB Amsterdam en wethouder in Rotterdam.

Alexandra van Huffelen op het NCDT 2024

Transcript

[Renata] Voordat ik naar de eerste spreker ga, wil ik even heel kort mijn zorg met jullie delen. Want ik heb wat zorgen als het gaat over digitale toegankelijkheid. We weten allemaal dat er grote bezuinigingen op ons afkomen.

Bij de Rijksoverheid, waar maar liefst één vijfde van de ambtenaren eruit moet. En ook de gemeenten zien het ravijnjaar 2026 op zich afkomen met alle financiële problemen van dien.

En ik ben wel een klein beetje bang dat de begrijpelijke, bereikbare en betrouwbare overheid daarvan het kind van de rekening zal zijn.

Dus ik wil jullie oproepen om dat blijvend, en ik weet dat jullie dat al doen, maar blijf dat hoog op de agenda zetten bij bestuurders en zoek ook de samenwerking.

Want vandaag is er ook een groot communicatiecongres, C-day, daar staat niets over toegankelijkheid of begrijpelijkheid op het programma.

En ik denk dat het heel belangrijk is dat teams communicatie en dienstverlening en klantcontact de handen ineens slaan, want we willen allemaal hetzelfde: een toegankelijke en betrouwbare overheid.

Iemand die zich daar al een tijdje heel hard voor maakt, die is hier vandaag gelukkig in de zaal aanwezig. Dat is de IT-politicus van het jaar 2023, Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitale Zaken, mevrouw Alexandra van Huffelen.

[APPLAUS]

Welkom mevrouw Van Huffelen, wat ontzettend fijn dat u er vandaag bent. En u gaat ons meenemen in wat de overheid heeft gedaan en wil doen, om iedereen mee te laten doen aan die digitale samenleving. Ik kan me voorstellen dat u in een kwartier niet alles kunt vertellen wat uw departement doet.

Ik heb alleen één vraag aan u en ik hoop dat u die kunt beantwoorden. Wij werken hier allemaal heel hard aan digitale toegankelijkheid.

Dat gaat best wel aardig voor de corporate websites, maar de teller van het aantal websites staat inmiddels op 10.000.

Want de campagnewebsites en de projectwebsites, die blijven om ons heen opspringen tot toch wel grote frustratie hier in de zaal, denk ik, toch? Jongens?

[INSTEMMEND GEMOMPEL]

[Renata] Wordt het niet eens tijd om daar het slot op te gooien? Gewoon één website per overheidsorganisatie, zou dat niet ontzettend veel tijd en geld en energie schelen?

[APPLAUS]

[Alexandra en Renata lachen]

[Alexandra] Het antwoord is dus al gegeven, begrijp ik.

[Renata lacht]

[Alexandra] Of we het zo radicaal moeten doen, weet ik niet. Maar het is natuurlijk helder dat er veel te veel websites zijn, dat er ook een heleboel sites zijn die al lang niet meer worden onderhouden en al zeker niet, al lang niet meer worden bekeken.

Maar ik ga in mijn verhaal er iets over vertellen wat wij aan het doen zijn, om natuurlijk niet alleen maar te zorgen dat die sites toegankelijk zijn, maar ook dat we het aantal naar beneden brengen en dat we ze ook veiliger maken.

[Renata] Oké

[Alexandra] Want het is natuurlijk inderdaad zo'n wildgroei, dat helpt natuurlijk niet voor de inzichtelijkheid. Het helpt niet om te zorgen dat je voldoet aan alle eisen die we zelf daaraan stellen van toegankelijkheid tot inzichtelijkheid enzovoort.

Dus ik weet niet of het helemaal naar één per moet. Dat zou helemaal heerlijk zijn misschien wel, maar ik denk dat het dan heel ingewikkeld wordt om ook nog voldoende te kunnen vertellen.

Maar daar heel sterk in gaan handhaven en snoeien. Dat is wel een van mijn grote opdrachten voor de komende tijd.

[Renata] We gaan met belangstelling naar uw verhaal luisteren.

[Alexandra] Dankjewel. Fijn om hier te zijn. En het is zelden overigens zo dat ik bij een congres ben wat uitverkocht is, het komt wel eens voor. Ik geloof dat de laatste keer was bij South by Southwest in Austin in Texas.

Maar hier zo'n uitverkocht congres over een superbelangrijk onderwerp, dat is wel echt heel fijn. Dus goed om u te zien en fijn dat u deze dag gaat besteden aan dit onderwerp.

Op de Basisschool de Petteflet in Groningen werken kinderen samen in de cloud. Ze maken een podcast, krijgen een workshop over ethisch hacken en gebruiken Artificial Intelligence. En al struikelen ze soms nog over het woord configureren, als de laptop het niet gelijk doet, toch zetten deze leerlingen grote stappen in hun digitale geletterdheid.

En het zal vast niet zo lang duren voordat ze hun meester en de ouders, hun ouders, voorbijstreven. Want leerlingen worden voorbereid op een leven waarin ze digitaal kunnen meedoen. Ze werken aan hun digitale vaardigheden en geletterdheid. En ik moet eerlijk zeggen dat dat heel fijn is, maar niet en lang niet voor iedereen geldt.

Want voor veel mensen is het niet makkelijk een weg te vinden in die digitale wereld, die ook nog eens een keer heel snel verandert. En ik vind het zo belangrijk dat iedereen mee kan doen in de digitale wereld.

Het is niet voor niets heel prominent opgenomen in mijn werkagenda. Het is de eerste prioriteit, van mijn werkagenda. Het is de, denk ik wel, belangrijkste stap die we moeten zetten.

En ik ben daarom zo ontzettend blij dat vandaag jullie, specialisten, ervaringsdeskundigen, mensen die bezig zijn met het maken van website, hier zijn om een volgende stap te zetten in die digitale toegankelijkheid.

Want waarom is het nou zo belangrijk? Omdat of het nu met een bank is, de school, een verzekeraar, steeds meer interactie vindt plaats via laptop en telefoon. Nog even los van alle social media en andere dingen die we op onze digitale tools doen. Voor heel veel instanties, organisaties en bedrijven, geldt het principe: digital first.

En om mee te kunnen draaien, is dus die digitale aansluiting, die digitale geletterdheid, mee kunnen doen, ongelooflijk belangrijk. Het maakt overigens dat digitaal werken vaak ook wel makkelijker en efficiënter en je kunt het op je eigen tijd doen.

Maar als die websites en apps niet voor iedereen toegankelijk zijn, dan bevordert het ook ongelijkheid.

Voor mensen met een beperking bijvoorbeeld, die door slechtziendheid een website niet kunnen lezen, maar ook mensen die op één of andere manier niet goed kunnen lezen, die last hebben of moeite hebben met het bedienen van de tools.

Voor al die mensen verliezen ze de aansluiting als die digitale voorzieningen niet gebruiksvriendelijk en begrijpelijk zijn. Of het nou gaat over taal of over vaardigheden, de gevolgen voor iedereen kunnen groot zijn.

Mensen missen dan toegang tot vitale voorzieningen, maken fouten met mogelijk grote consequenties of kunnen geen gebruik maken van de rechten die ze hebben.

Toegankelijkheid is daarom geen vrijblijvend begrip meer. En dat is ook terecht, want we hebben het vastgelegd in wetten en regels. Websites en apps van overheidsorganisaties moeten verplicht toegankelijk zijn.

Als die app of een site goed in elkaar zit, dan kan iedere bezoeker die gebruiken, ook iemand met een beperking. En de Nederlandse wet voor digitale toegankelijkheid is ook gebaseerd op internationale afspraken, zoals het VN-verdrag voor de Handicap.

In de wet Digitale Overheid, die nog niet zo lang geleden is aangenomen, staat dat de Nederlandse overheidsorganisaties hun apps en websites toegankelijk moeten maken en houden.

En vanaf juni 2025 gaat ook de European Accessibility Act gelden. Ook dan moeten websites en apps van bedrijven aan diezelfde toegankelijkheidseisen voldoen.

En dit congres gaat natuurlijk over die toegankelijkheid, maar onze verantwoordelijkheid is wat mij betreft breder. Het moet ook gaan over begrijpelijkheid, over gebruikersvriendelijkheid.

Een website met informatie die voor iedereen toegankelijk is, waar vervolgens geen touw aan vast te knopen is, brengt ons niet dichterbij digitale toegang voor iedereen.

En om overheidsorganisaties te ondersteunen met elkaar samen te laten werken, hebben we het NL Design System Community opgericht.

En die community zorgt ervoor dat toegankelijkheid, begrijpelijkheid en gebruiksvriendelijkheid als uitgangspunten worden gebruikt en zorgen ook voor bouwblokken voor goede websites. We zorgen er dan ook voor dat websites écht digitaal inclusief worden.

Natuurlijk is het ook zo dat sommige mensen niet zómaar mee kunnen digitaal. En om te zorgen dat niemand in de kou blijft staan, hebben wij de informatiepunten Digitale Overheid opgezet, ook bekend als de IDO's.

In meer dan 700 bibliotheken in Nederland en andere plekken, kunnen mensen hulp krijgen bij vragen over overheidsdienstverlening.

Of het gaat over de DigiD, de Belastingaangifte of de AOW. En ze kunnen er ook cursussen volgen om hun digitale vaardigheden te verbeteren, zoals klik & tik en Digisterker. Zo zorgen we ook voor een betere inclusie, fysiek en digitaal.

Maar dan toch terug naar die websites en naar de apps. Want waar staan we nu als overheid? Die jaarmonitor Digitale Toegankelijkheid, daaruit blijkt dat eind 2023, 39% van de overheidswebsite en apps voldoen aan de wet Digitoegankelijkheid. Dat is 22% meer dan het jaar daarvoor.

En het aantal toegankelijkheidsverklaringen groeide met 42% ten opzichte van het jaar daarvoor. En die stijging laat dus ook zien dat er hard wordt gewerkt aan digitoegankelijkheid. Waarschijnlijk ook door velen hier in de zaal.

Maar die 39% laat natuurlijk ook zien dat er nog veel werk te doen is. Want meer dan de helft van de websites ís niet voldoende toegankelijk voor alle Nederlanders om mee te kunnen doen.

De uitdaging is dus nog onverminderd groot en het tempo moet omhoog. Overheidsorganisaties moeten écht gaan voldoen aan de wet.

En wij, vanuit BZK, blijven dat ondersteunen, maar we gaan ook de teugels strakker aantrekken. Organisaties en bestuurders die achterblijven en verzuimen aan de wet te doen, moeten niet alleen maar beseffen dat ze mensen buitensluiten.

Ze moeten zich ook realiseren dat dat echt onacceptabel is. En dat het belangrijk is dat we hen aanspreken en maatregelen nemen.

Voor een gezond, digitaal en toegankelijk ecosysteem is dan ook centraal toezicht nodig. En met de aanpassing van de wet Digitale Overheid zorgen we ook dat dat toezicht er komt. Dat duurt wel even, maar we gaan ondertussen niet stil zitten.

Want uiterlijk aan het einde van dit jaar wordt er iemand aangesteld om op korte termijn al toezicht te gaan houden, zolang die centrale toezichthouder er nog niet is.

En vanuit het Digitoegankelijk Toezichts-en Ondersteuningsprogramma, worden er brieven gestuurd naar alle overheidsorganisaties die niet aan de wet voldoen. We kunnen hen daarmee stimuleren om direct te starten met verbeteringen.

Natuurlijk kunnen we het gesprek pas goed aangaan als het probleem ook zichtbaar is voor iedereen. En daarom is een andere mijlpaal in onze strijd voor Digitale Toegankelijkheid de publicatie van het dashboard Digitoegankelijk.

En daar wordt de stand van het land weergegeven. We zijn transparant over waar we staan.

En het dashboard geeft een overzicht over welke websites organisaties hebben. En de Nederlandse overheid is in totaal verantwoordelijk voor meer dan 9.000, net werd gezegd 10.000 websites en apps. En we denken inderdaad dat dat aantal inderdaad hoger is.

En daar kunnen er ook een heleboel van weg, want dat helpt ook voor toegankelijkheid en doorzichtigheid en helderheid over waar je terecht moet voor informatie. Want die grote hoeveelheid websites en apps is ook echt niet meer beheersbaar.

Zeker niet als je wil dat die ook allemaal toegankelijk zijn. De wildgroei van websites is zoveel dat de gebruikers vaak door de bomen het bos niet meer zien en niet weten waar ze terecht moeten.

Hoe gaan we nou verder? Het onderwerp digitoegankelijkheid staat duidelijk op de kaart. We hebben stappen gezet, u heeft vaak ook stappen gezet en er is nog veel te doen. We werken aan transparantie, delen van kennis en informatie en niet in de laatste plaats ook aan toezicht.

Want zoals cabaretier Vincent Bijlo en paralympisch kampioen Larissa Klaassen hier vandaag ook zullen zeggen: "Het is ongelooflijk nodig om te werken aan dit onderwerp."

En dat ook te doen met de mensen voor wie we het doen. Omdat zij het beste weten wat nodig is en wat kan bijdragen aan niet alleen maar bewustzijn, maar het zorgen dat die inclusiviteit en toegankelijkheid centraal staat bij het maken van apps en websites.

Dat is niet alleen een wettelijke, maar ook een morele plicht. Wij moeten zorgen dat digitale kanalen begrijpelijk, gebruiksvriendelijk én toegankelijk zijn.

Voor de 2 miljoen mensen in Nederland met een functiebeperking en voor maar liefst 4 miljoen digitaal laaggeletterden. Zodat iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk.

Ik dank u wel.

[APPLAUS]